Spartathlon 2013. Juichend verwelkom ik de regendruppels die tegen het voorraam van de auto tikken als ik met mijn trouwe crew Arnold en Peter, vanaf nu A&P richting de start rijd. Yes, regen, alles beter dan die hitte. Maar op het moment dat we voor de start aftellen van 10 naar 0 is het al weer droog. Bij het marathonpunt komt het inmiddels weer met bakken uit de hemel. Toch neem ik daar mijn regenjas niet aan die me wordt aangereikt. Het is niet koud en nat ben ik toch al. Rond de 60km voel ik mijn bovenbenen vollopen, nu al? Bij 70km herinnert een andere loper mij aan twee jaar geleden, dat we toen op die plek uit de race zijn gehaald. Ja ik herinner mij dit moment ook nog al te goed, zeg ik hem. Ik gooi mijn lege flesje weg in een container en wil weer verder lopen. De kramp schiet in mijn voet, auw, strompelend vervolg ik mijn weg. In een schuifelpas. Krijg nou wat, ik ga nog best vlot. ‘Over een uurtje zie ik A&P, daar doe ik mijn schoen even uit om mijn voet even te laten masseren’’, denk ik. Maar eenmaal daar aangekomen, schiet de kramp er weer in. Doorgaan is de enige optie, met een bakje yoghurt met aardbeienjam. Wat een verrassing, Marius komt naast me wandelen. Ik ken hem nog van de Trans Gaule en samen halen we herinneringen op. Dit is zijn 24e deelname en het wordt uiteindelijk zijn 14e finish. Dit stuk, tot aan Oud Nemea, geniet ik van de temperatuur, droog maar niet te warm en van mijn ontdekte schuifelpas die me best vlot voortbrengt. Maar als ik naar beneden loop naar verzorgingspost waar mijn A&P staan, heb ik geen controle meer over mijn linkervoet. Misschien zout te kort? Vanaf nu neem ik bij elke post een bekertje met ORS, zoutoplossing. ‘’Luc (de Jaeger) zit vlak achter je’’, laat zijn crew een uurtje later weten. Laat maar komen, die kanjer. Toch duurt het nog tot vlak voordat ik op de helft ben dat ik hem hoor zeggen ‘’He he, eindelijk heb ik je te pakken’’. Hé Luc! Samen dribbelen we verder. Dat gaat lekker, totdat de weg naar beneden gaat. Ik moet Luc laten gaan, vanaf nu hinkel ik alles wat naar benee gaat en schuifel ik alles wat vlak is en stijgt. Ondertussen passeer ik Eddy bij een drinkpost. Een Ier uit Spanje met droge humor. Die man neemt mini mini stapjes maar wel in zowat 8km p/u. Maar liefst 28x heeft hij al een 24u gelopen. Helaas neemt hij een wat langere break bij een post en ga ik only the lonely weer verder. Totdat ik Ayakut tegenkom, de eerste Turkse deelnemer die uiteindelijk ook finisht. Voor het eerst van mijn leven maak ik mee hoe iemand genadeloos over zijn nek kan gaan. Tot drie keer toe. A&P geven hem de bijnaam spaghettiani, omdat hij na deze kotsaffaire een aantal keer achter een bord spaghetti wordt gespot. De Sangaspas weet ik over te steken met hulp van Giel. Killing met een voet die een paar keer in de kramp schiet. Maar ja, de moed laat me niet in de steek. Eenmaal weer op het asfalt jog ik door in een slakkengangetje totdat ik 80 km en ruim 12 uur later mezelf in een ruit van een autohandelaar zie bij binnenkomst van Sparta. Totaal scheef lopend. Had ik niet al eerder onderweg iemand horen roepen: ‘’He scheefloper’’. Dit ziet er niet uit, maar hoe ik ook mijn best doe, zelfs in de laatste meters naar de finish toe weet ik mezelf niet in een rechte stand te krijgen. Maar ach wat geeft het, I arrived with a big big smile, zowel mijn moed als mijn focus hebben mij hier gebracht en nog voordat ik de lauwerkrans op krijg, weet ik ‘dit is niet mijn laatste keer’.