De Zevenheuvelenloop, november 2003.

Met de trein naar Nijmegen: Astrid, Edwin, Jasper, Jeroen en ik. Het regende in Amsterdam al vanaf 's morgens vroeg, en toen we in Nijmegen aankwamen regende het nog steeds. Dat zou de hele dag zo blijven. In Nijmegen stroomden duizenden mensen het centrum in, je hoefde maar te volgen. Het weer zorgde voor veel afwegingen over de juiste kleding: wel of geen korte broek? Jasper wijdde hier een grondige denksessie aan. Een man die zich naast ons omkleedde bij de stalletjes zei dat hij na lang nadenken toch voor de korte broek ging. Jasper had inmiddels dezelfde conclusie getrokken. We wisten toen nog niet dat we heel lang in de startvakken moesten wachten…..

Drie jaar geleden heb ik de Zevenheuvelenloop ook gelopen, met Marleen en Jeroen. Marleen en ik hebben samen gelopen. De heuvels vielen ons toen erg mee. Waarschijnlijk had dat ook te maken met ons gepraat onderweg, de valse platten en afdalingen waren voorbij voordat we merkten dat ze er waren. Een jaar later liep Marleen alleen de zevenheuvels en vond het toen een stuk zwaarder. Ik was gewaarschuwd.

Jeroen is er dit jaar bij als supporter. Drie jaar geleden had hij een verhaal over jezelf naar beneden laten vallen bij de afdalingen. Ik begreep er niets van. Maar vandaag, na drie jaar dus, zag ik opeens het licht in het startvak dat vreemd genoeg de naam “by pass”had.

Jeroen legde weer het principe “naar beneden laten vallen” uit aan Edwin en mij. Toen begreep ik pas dat hij met jezelf laag houden niet je zwaartepunt bedoelde maar je voetopslag. Benen niet te hoog optillen is het devies. Daar kon ik me wat bij voorstellen. Jeroen verliet Edwin en mij om Astrid nog te zoeken die we kwijt waren geraakt. Edwin en ik stonden eindeloos lang te wachten. Ons vak mocht als laatste weg, eerst mochten de snellere lopers via de hoofdstraat weg. Maar na een lange tijd zag Edwin over de hoofden heen nog steeds lopers uit die vakken vertrekken. Toen realiseerde ik me dat Jasper ook nog steeds in startvak groen stond te wachten. Die heeft behoorlijk moeten afzien! Inderdaad heeft hij in de langzame exodus uit de startvakken een prachtige term bedacht: Modern Masochisme - zie prikbord. De organisatie had het zó geregeld dat er 400 mensen per minuut startten. Maar bij ruim 22000 mensen is dat nog steeds 55 minuten.

Maar goed, na verloop van tijd zag Edwin geen lopers meer door de hoofdstraat gaan. Er kwam beweging in onze stoet. Onze voeten waren inmiddels versteend. Nat en koud schoven we langzaam naar voren. De speakers waren opgewonden aan het roepen, er gebeurde iets spannends. Waarop een loper naast ons droog opmerkte dat de opwinding zeker niet ons langzame geschuivel betrof. Nee, inderdaad: het was opwinding over de winnaar die finishte. Wat moet dat heerlijk zijn: finishen terwijl een groot deel van de kudde schapen nog op pad moet! Ik zou heimelijk in mijn vuistje lachen in hun plaats. Opeens waren daar de chipmatten van het begin van de loop. Ik vergat door alles om me heen mijn stopwatch in te drukken en Edwin vergat zijn mobieltje aan te zetten. Dan maar aanzetten op het 1 kilometerpunt. Dat was ook het punt waar Edwin even aanzette en vervolgens verdween. Dat zit wel goed met hem dacht ik. Vanaf dat punt gewoon proberen om 6 minuten per kilometer te lopen. Dat ging heel goed, ik zat er zelfs een ietsje onder. Maar…. het was een drukte van jewelste op de weg. Al die lopers liepen elkaar voor de voeten en dan vooral míj voor de voeten. Inhalen was haast niet te doen. Dit ondanks de zandloperstart waar de organisatie zo trots op is en die er voor zou zorgen dat het deelnemersveld verspreid werd. Maar met 400 mensen per minuut op die smalle stukken lijkt me dat onmogelijk. Wat doe ik in deze massa, waar doe ik het voor? Voor de lol natuurlijk! Ja hoor, ik genoot met volle teugen. Afdalen met kleine stappen, voeten lekker laag. Ik vlieg, zeker de laatste 4 kilometer vals plat omlaag. Alleen: iedereen vloog me voorbij. Hoe kan dat toch weer steeds? Heel vreemd: als het vals plat gewoon weer even plat werd dan liep ik meteen een stuk zwaarder. Dan de finish. Ik schat dat ik 1.25 heb door 6 minuten bij mijn eindtijd op te tellen en dat blijkt later te kloppen. Bij de kledingstallen zie ik de anderen, en zo te horen hebben zij ook goed gelopen. Jasper had als voornemen om 5 minuten per kilometer te lopen, en dat heeft hij gedaan. Zonder horloge, op gevoel. Nat en koud gaan we snel naar de trein. Dan het grote moment: Jeroen koopt bij een stalletje koffie, warme chocolademelk, cola, gevulde koeken, stroopwafels, chips en chocola. Dan komt de trein. Ik volg Jeroen en ja hoor we hebben een zitplaats. En even later de anderen ook.

Aan de kant heeft Jeroen de finish gezien van de winnaars. Hij heeft geprobeerd een foto te maken van Paul Tergat, wereldrecordhouder op de marathon. Hij werd helaas derde.

Ook gezien: een sinterklaas en zwarte piet, die finishten in 1.04! Erg knap van zo'n oude man. Opmerkelijk: een kwartier later kwam sinterklaas weer binnen! De kinderen zullen verbaasd zijn geweest.

Thuis meteen de eindtijden op internet opgezocht, ook van Willem en Leoniek. Zie prikbord.

Op naar het volgende loopevenement!